We willen alles steeds meer en beter doen: op ons werk, in het gezin, in de schoonfamilie, bij vrienden, … Steeds vaker dreigen mensen over hun innerlijke grenzen te gaan. Hoe kan jij nu jouw grens bewaken?
Het én én én verhaal…
Je kent het wel: we willen én een goede job én een stabiele relatie én een groot huis én goed overeenkomen met de schoonfamilie,… We willen steeds meer en beter. En je wil wat je doet ook goed doen, afmaken wat je begon, ook nog tijd hebben voor je vrienden, … Hierdoor gaan mensen wel eens over hun persoonlijke grens, zonder zich hiervan bewust te zijn.
Op welke manier kan je nu je grenzen bewust en efficiënt bewaken? Hieronder ontdek je enkele stappen die je concreet verder helpen.
Herken je eigen grens
Er zijn heel wat situaties die zorgen dat je over je eigen grenzen gaat, bijvoorbeeld: je hebt het heel druk met een project dat klaar moet zijn voor het einde van het werkjaar, maar je wordt intussen ook gevraagd om het familiefeest met oudjaar te organiseren. Dit alles samen zou kunnen maken dat je over je grenzen gaat, maar dit is niet noodzakelijk zo.
Trouwens, over je grenzen gaan op zich is geen probleem. Zo leer je nieuwe dingen, daag je jezelf uit, … Het probleem is vaak dat er na de stress en spanning geen ontspanning is, zoals een elastiekje dat uitgerokken wordt. Daarvoor dient een elastiekje. Alleen als je dat te lang uitgerokken laat, dan verduurt de elastiek en gaat die kapot. Dus: over je grenzen gaan hoeft geen probleem te zijn, dat wordt het wel als het te veel en te lang duurt.
Hoe weet je nu of je over je grenzen gaat? Gelukkig zijn er fysieke en emotionele signalen.
Emotionele triggers
Emotionele triggers kan je bijvoorbeeld opmerken door gevoelens van de bomen niet meer door het bos te zien of een wervelwind in je hoofd te hebben. Je wordt gewaar dat het allemaal wat veel is en dat je gevoeliger lijkt te zijn voor stress,… Je bent sneller boos of begint te wenen om iets kleins zoals een tas koffie die uit je handen valt.
Fysieke triggers
Fysieke signalen vertalen zich in een zwakkere weerstand of sneller fysiek uitgeput zijn. Je hebt last van kwaaltjes en voelt dat je lichaam stilaan zijn krachten verliest. Je bent zo moe dat je zelfs niet meer in slaap kan vallen.
Omgaan met signalen
Oké, je herkent nu de signalen van over je grenzen te gaan. Dan is het ook nog van belang te beslissen hoe je kan omgaan met deze signalen. Wat vertellen ze jou? Kan je je grens nog wat verleggen of neem je best even gas terug?
Een voorbeeld: je komt thuis van een vermoeiende werkdag en merkt dat de living er heel rommelig bij ligt. Je geraakt gefrustreerd en begint op een geagiteerde manier alles op te ruimen. Stop even en sta stil bij waarom je er zo ambetant wordt. Misschien komt dit van een onderliggende behoefte dat gedeelde zorg belangrijk is voor jou of dat het eigenlijk iemand anders’ taak is om de living opgeruimd te houden. Nadien kan je dan besluiten of je daadwerkelijk de rommel laat liggen of dat je het boeltje opruimt en later het gesprek aangaat.
Wanneer je dus stilstaat bij de signalen die je opmerkt in jezelf, kan je weer een nieuwe keuze maken.
Wil ik dit nu doen?
Wat misschien kan helpen bij de beslissingen die je neemt is jezelf de vraag stellen: Wil Ik Dit Nu Doen? Bij elk aspect van deze vraag wordt er kort stilgestaan.
- Bij WIL kan je jezelf de vraag stellen: wil ik bijvoorbeeld dat familiefeest echt alleen organiseren, of zijn er andere prioriteiten? Zal ik hier plezier aan beleven? Of is het alleen maar van ‘moeten’?
- Bij IK kan je bekijken of jij het effectief wil doen. Misschien is er wel iemand anders die een deel kan doen. Misschien kan iedereen een gerechtje maken en meebrengen, of kan je samenleggen voor een traiteur? De menu’s wil je nichtje misschien wel maken en je zus kent alles van wijnen.
- DIT omvat de vraag of je echt die beslissing wil nemen. Het hangt wat samen met het WILLEN en omvat dus de prioriteiten. Misschien hebben ze je nu net meer nodig op het werk dan voor het organiseren van een familiefeest.
- NU is het tijdsaspect van de beslissing. Moet je meteen antwoorden op de vraag of jij het feest kan organiseren? Of kan je wat tijd nemen om te kijken of dit haalbaar is in combinatie met je werk? Misschien kan je op het werk ook de timing bespreken en daar andere deadlines krijgen?
- DOEN gaat over het verzoek: wil je echt iets doen of wil je dat er misschien eerst over de beslissing gesproken wordt.
Opgelet met het negeren van de signalen
Wanneer je je eigen signalen onbewust negeert en bijvoorbeeld niet ingaat op de spanning die je voelt, ga je over je grenzen. Bijvoorbeeld: je voelt je moe en gestresseerd over dingen waarbij je normaal niet overspannen bij raakt. Toch hoeft dit niet persé iets negatiefs te zijn, zoals eerder gezegd. Indien je bewust nadenkt en inziet dat je je grens nog wat kan verleggen, kan dit wel bijdragen aan persoonlijke groei.
Toch kan het waardevol zijn om te reflecteren over wat de signalen die je voelt en te ontdekken vanwaar er eventueel spanning komt. Daarenboven kan je jezelf afvragen of je over je grenzen zit of niet.
Hoe meer je stil staat bij je grenzen, hoe beter en kwalitatiever je kan communiceren in je relaties. Je durft met andere woorden meer je behoeften uit te spreken en jouw belangen te behartigen. Tot slot: als jij je grenzen al niet kent en aangeeft, hoe kan je dan van anderen verwachten dat ze die respecteren?