- Startpagina Boos zijn is oké!
- Week 1: Wie is er bang van boos zijn?
- Week 3: Boos hoofd, boos lijf! En boosheid te lijf!
- Week 4: Ik boos, jij boos. Iedereen boos?
Vorige week begonnen we #booszijnisoké met de verkenning van die intense emotie genaamd boosheid. We besloten ons niet teveel aan te trekken van wat onze samenleving ervan vindt. We bekeken de eigenschappen van boosheid en als je het zag zitten, ben je met je dagboekje begonnen. Deze week stellen we onszelf de vraag: wat maakt me nu eigenlijk zo boos?
Wil je deze blogs nog sneller lezen? Schrijf je dan in op onze mailinglijst van Boos zijn is oké. Je krijgt #3 en #4 toegestuurd op 29/11 en 6/12. Of je kan het telkens enkele dagen later lezen op deze website.
Wat mankeer je eigenlijk?
Je mankeert niks als je boos bent, natuurlijk! Hoewel? Boosheid is een signaal dat duidelijk maakt dat je iets nodig hebt en een onderliggende behoefte niet is ingevuld, of heel specifiek dat je grenzen overschreden zijn (waarbij je een behoefte of waarde wil beschermen). Neem tijd om erachter te komen wat aandacht nodig heeft. In dat opzicht is het een erg belangrijke en waardevolle signaalgever.

Trigger of oorzaak: wat maakt je boos?
Als boosheid gaat over onvervulde behoeften, dan wil dat zeggen dat de oorzaak eigenlijk in jezelf ligt. Wat jou heel boos kan maken, deert een ander misschien helemaal niet. We vertellen onszelf vaak dat de ander de oorzaak is van onze boosheid. Dit is echter een misvatting. Anderen kunnen alleen de aanleiding geven tot onze boosheid: ze geven je een trigger – een prikkel – en plots ben je laaiend. De oorzaak is echter intern: jouw onvervulde behoefte. Dit onderscheid herkennen is belangrijk. Als je de oorzaak buiten jezelf legt, kan je daar ook niks aan veranderen. Als je in de gaten krijgt dat je boosheid vanuit een behoefte in jezelf komt, dan kan je kiezen hoe je hier mee omgaat.
Een paar voorbeelden:
- Je werd lastig op je zoon omdat hij zich niet aan de afspraak hield. Het feit dat je zoon zich niet aan de afspraken houdt, triggert je. De onderliggende behoefte – en dus oorzaak van je boosheid – is de nood aan vertrouwen, die niet vervuld is.
- Je collega onderbreekt je steeds, en je wordt boos. De trigger is het onderbreken door je collega. De onvervulde behoefte is bijvoorbeeld respect. Dit vormt de oorzaak van je boosheid.
Eigenlijk kan je boosheid vergelijken met een rood waarschuwingslampje op het dashboard van je wagen. Net zoals zo’n rood lampje je iets vertelt over de staat van de wagen, zo ook vertelt je boosheid je iets over wat voor jou wezenlijk is, over iets wat voor jou belangrijk is en in het gedrang komt.

Boosheid bij Verbindende Communicatie
Bij Impuls kijken we naar boosheid door de bril van verbindende communicatie. Dan zie je gevoelens als boodschappers. Ze vertellen je iets over behoeften die al dan niet vervuld zijn. Boosheid is – door die bril bekeken – dan een heel duidelijk signaal dat je iets nodig hebt. Dus: dat er een behoefte niet ingevuld is. Ontdek meer over gevoelens en behoeften in ons e-boek: Verbindende Communicatie.

Een sausje van boze gedachten
Naast je gevoelens, zijn ook je gedachten, oordelen en verwijten over je triggers een goede bron van informatie over je boosheid. Het is interessant om je gedachten of verwijten of oordelen die je hebt over de ander of over jezelf te verkennen: ze geven je namelijk informatie over je niet ingevulde behoefte(n). Dat kan heel verhelderend zijn. Doe de oefening naar het exploreren van je oordelen echter in jezelf. Je hoeft dit niet te uiten naar de ander toe.
Op het gevoelens- en behoeftenkaartje vind je verschillende universele behoeften terug. Ze kunnen je telkens weer inspiratie geven in de zoektocht naar jouw behoeften.

Challenges van deze week
4. Vul je dagboek verder aan: wanneer was je boos?
Neem je dagboek erbij en schrijf neer wanneer je je boos voelde. Je kan nu de vakjes over gedachten, oordelen en behoeften ook verder invullen. Neem er het gevoelens- en behoeftenkaartje bij ter ondersteuning.
Wil je je verder verdiepen, dan kan je op 1 van de situaties in je dagboek de schrijfoefening ‘Vijanddenken’ hieronder toepassen.
5. Oefening om gevoelens en behoeften te herkennen en benoemen
Met de oefening in zelfempathie ‘Giraffenoren naar binnen’ kom je een heel eind als je meer taal wil ontwikkelen voor je gevoelens en behoeften. Doe de oefening deze week minstens 1 keer.
6. Boos zijn voor gevorderden: oefening in vijanddenken
Wil je je verder verdiepen, dan kan je op 1 van de situaties in je dagboek de schrijfoefening ‘Vijanddenken’ toepassen. Je wordt uitgedaagd om je eigen vijandbeelden om te zetten in gevoelens en behoeften.